Openheid creëren
Er zijn mensen die zeggen dat je op het werk gewoon moet werken, je taak vervullen. Je werkt om daarbuiten een goed leven te hebben. Als je zo in je werk staat dan loop je het risico dat een groot deel van je wakende leven verloren gaat aan gewoon je geld verdienen. Terwijl je in je werk juist zoveel gebieden kan opzoeken om jezelf te ontwikkelen; om steeds meer te creëren in lijn met jouw zielepad. Om steeds meer jezelf te zijn en de talenten die je bij je draagt te ontwikkelen.
Maar er is ook een kant die direct verband houdt met jouw effectiviteit: Als je helemaal jezelf bent op het werk sta je het meest in je kracht.
Tijdens mijn trainingen bij de Baak komt Pieter Klaassen geregeld langs als gasttrainer. Hij noemt zichzelf ‘Aikido Filosoof’ en neemt de groep mee in het ervaren van stevigheid en flow. Op een speelse manier laat hij zien dat een mindset zoveel invloed heeft op hoe stevig je jezelf presenteert en hoe je overkomt. Een oefening die ik erg krachtig vind is dat hij je vraagt om je te richten op je grootste talent. Iets dat je je hele leven al doet: jezelf zijn. Hij noemt je naam en zorgt dat je echt voelt dat je jezelf bent. Dan probeert hij je om te duwen. Dat gaat niet. Vervolgens vraagt hij de naam van je functie en nodigt je uit om dat te voelen, te zijn. Hij drukt je in die staat zo omver. Als de groep dit gaat oefenen klinken kreten van verwondering: “Als ik mezelf ben, ben ik zo krachtig, niet omver te blazen!” Wat zou het mooi zijn als je je hele hebben en houden mee zou nemen naar het werk. En niet alleen je professionele stuk.
Gesloten omgeving
Voor het ontwikkelen van jouw talenten en het steeds vrijer in het leven staan is het nodig dat jouw werkomgeving open en veilig is. Maar veel werkplekken zijn niet open en veilig. Moet je dan een andere baan zoeken – eentje die wel goed is – of kan je iets aan jouw omgeving veranderen? In dit artikel beschrijf ik drie dingen die je kunt doen om meer openheid te creëren.
Zelfonthulling leidt tot openheid
Als eerste is daar zelfonthulling. Als je wilt dat jouw omgeving open en veilig is, zal je zelf het voortouw moeten nemen. Niet wachten tot mensen iets persoonlijks vertellen maar voor de troepen uitlopen. In mijn vorige artikel beschrijf ik hoe mensen zich meestal terughouden. Het is vergelijkbaar met een beschreven papier waarvan je veel niet kunt lezen. Je weet dat er wat staat maar de ander houdt het vaag. Wat zou er gebeuren als je wel vertelt wat er in je omgaat? Je vertelt over jouw inhoudelijke afwegingen bij een vergaderonderwerp en ook de aspecten die jouw voorstel in een minder goed daglicht plaatsen. Je vertelt over de activiteiten in het weekend en jouw thuissituatie – als er een rustig moment is. In een vergadering vertel je over ervaringen uit jouw werkverleden die relevant zijn voor de casus. Alle dingen die je dwarszitten breng je ter sprake. Natuurlijk let je daarbij op timing en context; daarover straks meer.
Het nodigt anderen uit om ook iets te vertellen. Dat is het principe dat je voor je laat werken. Als jij in contact treedt en dingen over jezelf deelt, zal een ander volgen. Je zet de toon. Misschien zullen anderen niet direct mee gaan doen – geef ze de tijd. Vertrouw erop dat ze op hun eigen moment ook iets zullen delen wat bijdraagt aan het onderlinge begrip.
Doorvragen en interesse
Interesse is een tweede bouwsteen voor een open en veilige werkomgeving. Als je echt benieuwd bent naar de avonturen van jouw collega’s, dan zullen ze je daar graag over vertellen. Zeker als je terugkomt op dingen die ze je eerder vertelden. Bijvoorbeeld: “Hoe is het met je zoon, heeft hij die baan nog gekregen?” Maar ook op een rustig moment neem je de tijd om wat dieper door te vragen. Het voelt al snel impertinent als je doorvraagt maar dat zijn waarschijnlijk waarden uit je opvoeding die je parten spelen. Vraag eens door als iemand wel wat zegt maar niet alles. Als iemand een hint geeft maar het niet uitspreekt. Bijvoorbeeld: “Ik was bij die vergadering maar ik vond er wel wat van zeg, hoe Marie zich opstelde.” Je kunt dan gerust doorvragen: “Wat vond je precies van de opstelling van Marie?” en “Hoe komt het dat dat jou zo raakt?” Vaak werkt het ook goed om vrijpostig door te vragen – om je de vrijheid te gunnen om ergens op door te gaan. Niet als truc maar omdat je echt geïnteresseerd bent.
Onderzoek naar opbouw intimiteit
Wetenschappelijk onderzoek uit 2015 (“The experimental generation of interpersonal closeness”, pdf – opent in nieuw venster) toont aan dat je met iedereen (die geen heel sterk afwijkend wereldbeeld heeft) een intieme band kan opbouwen. Dus ook met zomaar een nieuwe collega die op jouw kamer geplaatst wordt. In een experimentele setting werden mensen die elkaar niet kenden uitgenodigd om in tweetallen in drie kwartier 36 vragen te beantwoorden. De helft van de tweetallen kreeg ‘smalltalk’ vragen en de andere helft kreeg hele persoonlijke vragen. De tweede groep bleek een enorme ontwikkeling te hebben doorgemaakt in intimiteit in drie kwartier. Alleen door je open te stellen en indringende vragen te beantwoorden. Kijk hier naar een interview met een therapeut over dit onderzoek.
Uit dit onderzoek kan je leren dat je openheid kan creëren door je voor te nemen om te vertellen over jezelf en door te vragen naar de ander. En je niet te beperken tot smalltalk.
Timing en context
Wanneer neem je de tijd om meer over jezelf te vertellen en wanneer vraag je door? Ik geloof dat je hier niet te voorzichtig in moet zijn maar er timing is wel belangrijk. Je bent op het werk om een taak te vervullen en daarvoor is het niet nodig om het steeds over jezelf te hebben. Maar in de eerste minuten van een vergadering voordat met de agenda wordt begonnen en tijdens de koffie- en lunchpauzes, is het helemaal oké om persoonlijk te zijn. Je kunt deze momenten ook opvullen met small talk over het weer, voetbal en Netflix-series. En daarmee laat je een kans lopen om meer openheid te creëren. Ook tijdens een vergadering is er veel ruimte voor openheid en vrijpostigheid. Je kunt altijd vertellen welke voor- en nadelen jij ziet in een bepaalde casus en op welke ervaring dit is gebaseerd. Je kunt ook gericht doorvragen als iemand een vage uitspraak doet (en vage uitspraken zijn er bij de vleet).
In een rustige context is het makkelijker om open te zijn en door te vragen. Creëer deze settings dan ook actief! Spreek af om te wandelen, ga bij iemand zitten in de kantine en reis samen naar een congres. Dit zijn uitgelezen situaties om elkaar beter te leren kennen en een goed gesprek te hebben.
Breed palet
Als je openheid en veiligheid om je heen wilt creëren is het dus zaak om zelf open te zijn, vrijpostig door te vragen en aandacht te hebben voor timing en context. Dat is best een breed palet aan vaardigheden. Als je het vanuit de theorie van de waarnemingsposities bekijkt, moet je sterk zijn vanuit alle drie de perspectieven:
- Je vertelt over jezelf terwijl je niet weet of de ander het interessant vindt of stom of saai. Je vertelt gewoon
- Je bent geïnteresseerd in de ander en vraagt door. Je bent benieuwd en stelt vragen om beter te snappen wat iemand bedoelt;
- Je overziet de situatie en snapt dat het soms handiger is om even te wachten. Dat er situaties en momenten zijn die zich beter lenen voor een goed gesprek.
Stimulerende overtuigingen
In beide acties (open zijn en doorvragen) kan je aanlopen tegen overtuigingen die je belemmeren. Dit zal je vast herkennen. Als je bijvoorbeeld terugkijkt naar de persoonlijke uitspraken van een collega in het vorige artikel, dan zijn daar vast dingen bij die jij niet zou zeggen. Je hebt daar waarschijnlijk een mooie redenatie voor – een set overtuigingen die voor jou waar zijn waarom het niet goed is om dat allemaal te vertellen. Maar wees eens eerlijk: welk deel van jouw niet-open zijn heeft te maken met angst? Met aspecten van jouzelf die je niet zo jofel vindt? Dingen die je niet hardop zal uitspreken naar anderen omdat je graag wil dat je anders zou zijn? Zou je daar alsjeblieft eens naar willen kijken? In kaart brengen welke dingen jij liever niet deelt en dan uitzoeken welke belemmerende overtuigingen daar achter zitten?
Bij de andere actie om openheid te creëren, het vrijpostig doorvragen, loop je misschien ook wel aan tegen belemmeringen. Je zegt bijvoorbeeld tegen jezelf dat er vast een heleboel gedoe achter zit bij die collega en dat je daar geen zin in hebt.
Welke overtuigingen maken dat je niet doorvraagt?
- Als ik doorvraag kost het me veel teveel tijd
- Dat is echt privé, daar heb ik niks mee te maken
- Als ik hierop doorvraag gaat hij huilen
- Of ze wordt kwaad als ik doorvraag
- Ik vind het niet professioneel om door te vragen
- Ik wacht wel tot een beter moment en durf het dan vaak ook niet
- Hij vind me vast een bemoeial als ik doorvraag
- Zij kan er niet mee omgaan als ik doorvraag naar een kwetsbaar stuk
Allemaal waar. Maar ook jammer. Je zult ervaren dat iemand meestal graag vertelt over zichzelf. En als dat niet zo is krijg je dat wel te horen. Vraag eens wat vaker door!
Er zijn nog geen reacties geplaatst.