Gemeente is bedrijfsverzamelgebouw
Wat hebben de gemeentelijke afdelingen eigenlijk nog met elkaar gemeen? Wat is een gemeentelijke organisatie meer dan een bedrijfsverzamelgebouw? Als dat niet veel is, welke consequenties heeft dit voor de strategische planning van het personeel, het teamverband in een MT en de benodigde leiderschapskwaliteiten van managers?
Als strategisch adviseur werd ik laatst ingeschakeld om de strategische personeelsplannen van de elf afdelingen van een middelgrote gemeente te analyseren. De directie had hen opgedragen een toekomstvisie op te schrijven met de consequenties voor het personeel. Dus: hoeveel medewerkers heb je in de toekomst nodig en welke competenties zijn daarbij essentieel. Het waren over het algemeen erg goede plannen met heldere visies en duidelijke analyses. Maar het waren elf totaal verschillende plannen; qua stijl, qua inhoud, qua detailniveau, qua diepgang. Elf totaal verschillende bedrijfjes met allemaal hun eigen uitdaging en richting.
Vroeger was het duidelijk. In de stad stond het gemeentehuis van waaruit alles gebeurde. Daar moest je fysiek naartoe voor vergunningen, paspoorten, klachten en belangrijke gesprekken. Je werd geholpen door ambtenaren die je hielpen met de regels en het invullen van formulieren. Dat waren toch allemaal een zelfde soort mensen: zij die checken of iets mag van de procedure en die dat netjes uitvoeren.
Nu is alles uit elkaar aan het groeien. Er zijn steeds meer verschillende soorten medewerkers in de organisatie. Door de bezuinigingen is er bijna geen uitvoerend werk meer. Medewerkers zijn regisseurs geworden; ze werken samen met externe partijen die een deel van het vroegere werk doen. Ze maken geen lijvige beleidsstukken meer; ze overleggen met instellingen, buurgemeenten, verenigingen en burgers om samen tot een beleid te komen. Medewerkers worden geacht zelfsturend te zijn en behappen vaak in hun eentje een breed taakveld. De eenduidige ambtenaar bestaat niet meer; het zijn allemaal ‘losse pionnen’ geworden.
De afdelingen groeien ook steeds verder uit elkaar. De afdeling Ruimtelijke Ordening krimpt steeds verder. Maatschappelijke ondersteuning groeit door de decentralisaties en herbergt een leger aan gedetacheerde zorgprofessionals. De afdeling ‘Groen en Grijs’ wordt uitbesteed of gaat werkelozen verplicht inzetten om hun afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
Het geheel is niet veel meer dan een bedrijfsverzamelgebouw. Hierdoor komt het zwaartepunt van de besluitvorming steeds meer decentraal te liggen. De afdelingshoofden worden zelfstandige ondernemers die in een gezamenlijk pand zitten en een directie hebben voor de relatie met het college en de buitenwereld.
Dit heeft grote gevolgen voor de strategische koers van de organisatie, de stijl van leidinggeven van directie/managers en het personeelsbeleid. Hierover in het volgende artikel meer.
Er is geen mogelijkheid om een reactie achter te laten.