Benchmark: SPP in de Zorg

Medio 2015 is een benchmark-onderzoek uitgevoerd onder de zorginstellingen van Nederland. Van de 94 ziekenhuizen en andere zorginstellingen hebben er 22 een online-enquête ingevuld; in totaal deden 25 functionarissen mee.

Uit het onderzoek blijkt dat 45% van de organisaties aan SPP doet, waarbij dit bij de meesten (80%) gebeurt in een deel van de organisatie. Uit de beschrijvingen valt te lezen dat deze pilots meestal worden uitgevoerd in een aanzienlijk/belangrijk deel van de organisatie.

De overige 55% van de organisaties doen nog niet aan SPP maar geven bijna allemaal (92%) aan dat ze dit wel gaan doen. De prioriteiten lagen tot nu toe anders maar dit gaat veranderen. De meeste van deze organisaties zijn al wel bezig met aanverwante zaken. Daarbij gaat het vooral om flexibilisering; het actief sturen op brede inzetbaarheid van medewerkers (91%). In bijna de helft van deze zorginstellingen werkt men ook aan het inrichten van een flexibele schil.

Van de organisaties die nu al aan SPP doen is de helft bezig met een vorm van formatieplaatsen­planning waarbij gekeken wordt hoeveel medewerkers nodig per functiesoort in de komende jaren.

Conclusie

Bij de zorginstellingen wordt duidelijk de noodzaak gevoeld om de strategische sturing van het personeelsbestand aan te pakken. In de helft van de instellingen is men aan de slag gegaan met SPP; de andere helft wil ermee aan de slag gaan. In deze andere helft is men al wel bezig met het sturen op brede inzetbaarheid van medewerkers.

Het is logisch dat zorginstellingen in deze tijd (waarin veel veranderd en veel onzekerheid heerst over de toekomst) kiezen om hun personeel breder inzetbaar te maken. Ik zie dat als een kort-door-de-bocht actie die ook als strategische actie uit een SPP traject zou kunnen komen.

Aanbeveling

Ik raad zorginstellingen aan om door te borduren op dat wat al loopt. Langzaam uitbouwen. Voor de organisaties die al met SPP bezig zijn komt dit neer op het verbreden van de afdelingen of de functiegroepen die erbij worden betrokken.

De organisaties die met brede inzetbaarheid bezig zijn raad ik aan om het steeds specifieker te maken. Pragmatisch aan de slag met:

• Overzichten welke medewerkers nu waarop inzetbaar zijn (dit gaat langzaam richting een vlootschouw)
• Het delen van beelden over hoe groot de flexibele schil of uitwisselbaarheid per afdeling/team zou moeten zijn (gaat langzaam naar een visie-traject)
• Grofweg bepalen hoeveel medewerkers in de komende jaren nodig zijn per afdeling/team (gaat richting formatieplanning).

Soms helpt het om het geen strategische personeelsplanning te noemen, maar pragmatisch aan de slag te gaan met hetzelfde resultaat.