Consequentie herkaderen (s)
Dit is een herkaderingstechniek die past bij de eerste waarnemingspositie. Bij de herkaderingstechniek ‘Consequentie’ richt je je aandacht op het effect van de overtuiging. We bekijken welke positieve of negatieve consequenties deze belemmerende uitspraak heeft. Daarmee trek je precies dezelfde logica door naar de toekomst of naar soortgelijke situaties. Hiermee rek je de overtuiging op naar consequenties die de ander tot dan toe niet meenam. Kijk hier hoe deze techniek kan worden toegepast op de voorbeelden (ga met je muis over of klik op de figuur om de overtuiging goed te lezen):
- Als je wel een verantwoordelijke positie zou hebben zou je veel tijd kwijt zijn aan vergaderingen en allerlei geklaag van medewerkers;
- Als alleen de leidinggevenden sturing kunnen geven betekent dat dat je steeds zal moeten wachten totdat jouw chef sturing geeft;
- Dat zou betekenen dat er in de uitvoering van de dagelijkse processen geen beslissingen worden genomen.
- Dat betekent dat je steeds weer blijft jobhoppen als je het even niet naar je zin hebt
- De consequentie is wel dat je dan weer begint met een tijdelijk contract en je weer opnieuw moet inwerken
- En dan moet je in een volgende baan maar weer afwachten of je de ruimte voor ontplooiing daar wel blijft bestaan.
Zoals je ziet kies ik hier voor een stellende herkadering. Je zou de bovenstaande opmerkingen ook in een vragende stijl kunnen doen. Als je bij de vormen van herkadering van de tweede waarnemingspositie kijkt, zie je daar veel voorbeelden van de vragende stijl.
Zelf oefenen
Voor het leren van deze herkaderingsmethode is het nodig dat je zelf gaat oefenen: pak pen en papier erbij en verzin een aantal herkaderingen bij de onderstaande twee belemmerende overtuigingen:
- Ik trek het me erg aan als collega’s kritiek op mijn werk hebben.
- Er wordt bij ons veel geroddeld; dat vind ik mateloos irritant.
Ga met je muis over het woord oefening in de volgende zin. Je ziet dan mogelijke herkaderingen bij oefening 3.1.1 en de mogelijke herkaderingen bij oefening 3.1.2